Als logopedist kom ik regelmatig kinderen tegen die last hebben van mondgewoonten die beïnvloed worden door een kort lipbandje (
labiale frenulum). Dit kleine, maar invloedrijke stukje bindweefsel verbindt de bovenlip met het tandvlees en kan onbewust een grote impact hebben op de mondfunctie. In dit blog bespreek ik de logopedische impact van een kort lipbandje, hoe wij als logopedisten dit onderzoeken, en wat ouders zelf kunnen doen om problemen tijdig te herkennen en aan te pakken.
Het lipbandje speelt een cruciale rol in de mobiliteit van de bovenlip. Een kort of strak lipbandje kan verschillende problemen veroorzaken, vooral omdat het direct invloed heeft op de functie van de lippen. Het is belangrijk dat de lippen in rust kunnen sluiten, tijdens het spreken goed functioneren, kunnen afhappen of kusjes geven. Wanneer het lipbandje te kort is, kan dit leiden tot de volgende problemen:
-
Moeilijke lipsluiting: Dit kan leiden tot open mondgedrag en mondademhaling, wat op lange termijn ademhalingsproblemen kan veroorzaken.
-
Problemen met spraak: Klanken zoals /b/, /m/, /p/, /w/ en /v/ kunnen lastig worden doordat de lippen niet goed kunnen sluiten.
- Esthetische gevolgen: Bijvoorbeeld een 'gummy smile', waarbij het tandvlees zichtbaar is bij het lachen.
- Mondhygiëne: Het wordt moeilijker om de bovenste snijtanden goed te poetsen, wat leidt tot een verhoogd risico op tandproblemen.
- Stand van de tanden: Het lipbandje kan tussen de snijtanden doorlopen, wat een spleetje (diasteem) kan veroorzaken.
Logopedisten gebruiken verschillende methoden om te onderzoeken of het lipbandje het functioneren van de lippen belemmert:
-
Visuele inspectie: Kijken naar de mobiliteit van de bovenlip en hoe strak het bandje is wanneer de lip wordt opgetild.
-
Functieonderzoek: Beoordeling van de mobiliteit van de lippen, bijvoorbeeld of de lip zonder spanning omhoog kan worden getrokken.
- Beoordeling mogelijkheid de lippen in rust ontspannen te sluiten.
- Palpatie: Voorzichtig voelen aan het lipbandje om te controleren of het pijnlijk of te strak is.
-
Spraak- en slikonderzoek: Observatie of het lipbandje invloed heeft op de spraak, vooral bij klanken die de lippen vereisen, zoals /b/, /m/, /p/, /w/ en /v/ .
Ouders kunnen zelf enkele eenvoudige observaties uitvoeren om te bepalen of het lipbandje van hun kind te kort is. Als je één van deze signalen herkent, kan een logopedist of tandarts verder onderzoek doen.
Een kort lipbandje wordt niet altijd direct na de geboorte opgemerkt. Twijfel je? Neem dan gerust contact op met een logopedist of tandarts. Vroegtijdige aandacht kan veel ongemak voorkomen en zorgen voor een gezonde mondfunctie voor je kind.